De roep van de dadelpit
Op de derde midzomerdag ontvingen we een appje van Jan Jaap. Hij las onze brieven onder de woestijnhemel in Jordanië en vroeg zich af of wij het verhaal over de dadelpitten kenden? We zochten het op en waren verbluft. Nu we het eenmaal kennen, willen we het jullie ook vertellen.
In het zuiden van Israel ligt de Masada-vesting, gebouwd op een 320-meter hoog rotsplateau en omringd door steile kliffen. Het moet een indrukwekkend gezicht zijn, overweldigend imposant zelfs, en door zijn ligging een klassieke illustratie van de uitdrukking ‘onneembare vesting’. Wie onzalige veroverplannen had, zou er eufemistisch gesteld een pittige kluif aan hebben. Het fort was oorspronkelijk gebouwd door Herodes de Grote, ook bekend als Herodes de Bouwer, koning van de Romeinen. Een groep Joodse rebellen bezette het fort, tot grote woede van de Romeinen stellen wij ons voor. Toen het leger de rebellen in 72 na Chr. uit de weg wilde ruimen, en het ze gelukt was het fort binnen te dringen, troffen ze complete stilte aan. Niet bereid zich over te geven aan Romeinse overheersing hadden duizend mannen, vrouwen en kinderen hun bezittingen verbrand en zichzelf collectief van het leven beroofd.
In de jaren 60 van de vorige eeuw onderzochten archeologen de overblijfselen. Ze vonden oude munten waarop bladeren van de dadelpalm waren afgebeeld. Een boom die in de tijd van Herodes overal en rijkelijk in het gebied groeide, maar in die tijd al lang was uitgestorven. Ook vonden ze een pot met dadelpitten.
Op dat moment kwam niemand op het idee om een van die pitten te planten. Gelukkig voor de pit kreeg Elaine Solowey, pionier en expert op het gebied van duurzame landbouw, veertig jaar later wel de ingeving om er één in de aarde te stoppen. Ze verwachtte er weinig van, en de opwinding was dan ook groot toen in het voorjaar van 2005 een zaailing boven de aarde uit piepte. De credits voor de gebeurtenis geeft ze royaal aan haar onderzoekscollega Sarah Sallon, omdat die vanaf het eerste begin verwáchtte dat dadelpit zou ontkiemen. Of die verwachting alleen al heeft bijgedragen aan het tot leven wekken van de dadelpalm zullen we nooit te weten komen. Maar zonder haar initiatief had de pit misschien nog duizend jaar langer in de pot moeten wachten tot een ander op hetzelfde idee kwam. Dan zouden we nu niet van die dadels kunnen proeven en hadden we ook dit verhaal niet gehad.
De pit groeide uit tot een boom en bloeide voor het eerst in 2012. Het was een mannelijk exemplaar, en om de dadels uit de tijd van Herodes weer te kunnen proeven, moest er een vrouwelijke dadelpalm gevonden worden in dezelfde antieke pittenvoorraad. Inmiddels is dat gelukt.
Groeipotentie kan dus 2.000 jaar ‘slapend’ zijn, een stille pauze nemen, en dan onder de juiste omstandigheden ontkiemen. Andere antieke zaden is het ook gelukt. Zoals 600 jaar oude canna-leliezaden en 1300 jaar oude zaden van de lndiase lotus. Hoe kregen ze dat voor elkaar? Eerst is hun levenskracht behouden gebleven door ideale omstandigheden. En daarna is hun levenskracht gewekt dankzij nieuwe ideale omstandigheden. Wat die ideale situatie is, is voor iedere pit (en voor ieder mens) verschillend. Wat vruchtbaar is voor de een, is dat niet voor de ander.
Elaine en Sarah veranderden de omstandigheden van de dadelpit door de pit uit de pot in de aarde te stoppen, en zagen daarna dat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk werd. Buiten de muren van wat je voor mogelijk hield kan iets groeien. De kunst is te wachten op momentum en te vertrouwen dat ontkieming dan vanzelf plaatsvindt. Zo kan het gebeuren dat je een appje uit de woestijn ontvangt en je afvraagt: welke pitten liggen al een tijd op mij te wachten om geplant te worden?
Cathelijne www.ournature.nl & Merel
Geen reactie's